Konijnenkorrels zijn nooit compleet

Afgelopen weekend las ik een interessant artikel over de voeding voor konijnen dat me erg geschikt leek voor de website van de VPKV. Ik heb dus contact opgenomen met de auteur. Met toestemming en dank aan Dhr. A. Offenberg hieronder het artikel.
August Offenberg is werkzaam bij Voerwaarts BV en heeft specifieke kennis over onder andere de voeding van zeer veel (niet-bedrijfsmatig gehouden) dieren en nutritionist diervoeding voor huisdieren en wilde dieren in de tuin (zoals vogels en eekhoorns).

Door August Offenberg

Voor een voerfabrikant en hun nutritionisten is het samenstellen van kippenvoer of varkensvoer eenvoudiger dan het maken van een goede konijnenkorrel. Bij kippenvoer of varkensvoer is het fabrieksvoer doorgaans het enige dat de dieren verstrekt krijgen. Als je als fabrikant zorgt dat de ingrediënten van onberispelijke kwaliteit zijn en zorgt dat verhoudingen eiwit en energie kloppen dan kan er eigenlijk al niet veel meer mis gaan. Maar bij konijnen ligt dat wat complexer. Wat voert de konijnenhouder nog allemaal bij en wat is de kwaliteit en samenstelling daarvan? Maak je een konijnenkorrel waar ‘alles’ in zit of maak je een korrel met de wetenschap dat de konijnenliefhebber er vast wel hooi bij zal voeren?

Complete konijnenkorrels

Er zijn merken konijnenvoer die hun korrels aanprijzen als volledig konijnenvoer. Uit nutritioneel oogpunt zou dat mogelijk moeten zijn. Een nutritionist met eigen ervaring bij konijnen moet in staat zijn om uiteindelijk een voer samen te stellen dat alle nutritionele behoeften van het konijn afdekt en het perfect laat functioneren. Maar in een geperste korrel is het onmogelijk om de voor konijnen belangrijke werking van vezels intact te laten. Op elke zak konijnenkorrels staat een gehalte ‘ruwe celstof’ of ‘ruw vezel’ vermeld. Maar kunnen we wel spreken van vezel in korrels? Bij de productie van korrels worden de grondstoffen door een hamermolen gemalen tot stukjes van 1 à 2mm en vervolgens onder enige verhitting in korrels geperst. Wat is erover van de waarde van de vezel? We kunnen in elk geval stellen dat van structuur geen sprake meer kan zijn. En een konijn heeft juist structuur -echte vezel- nodig.
Een complete konijnenkorrel met voldoende structuurwerking bestaat niet. Een konijnenliefhebber zal zeggen dat je daarom hooi moet bijvoeren. Is de combinatie van een goede korrel en onbeperkt mooi hooi voldoende om het konijn gezond te houden?

Structuur verteren om te overleven

De helft van het verteringsstelsel van konijnen bestaat uit de blindedarm. Het bacteriemilieu in de blinde darm is uniek. Deze bacteriën zijn in staat om middels een fermentatieproces vele waardevolle stoffen uit structuurrijke voeding te halen. De vitamines en aminozuren (bouwstenen voor het lichaam) komen in de blinde darmkeutels terecht. Wanneer het konijn deze keutels later weer opneemt kan het dier deze voedingsstoffen alsnog benutten. Een konijn kan dus belangrijke voedingsstoffen uit vezels halen. Die belangrijke stoffen zouden we ook in een meer kunstmatige vorm in konijnenkorrels kunnen stoppen, maar het ‘vezelsverteren’ heeft nog een belangrijke functie. Bij het verteren van vezels is er sprake van fermentatie. Bij voldoende fermentatie verzuurt de blinde darminhoud tot ca. pH 5,4. Dat is de ondergrens voor bijvoorbeeld Clostridium om te overleven. De verzuring die optreedt bij voldoende fermentatie vormt dus een barrière voor ziekmakers. Konijnen die voldoende structuur kunnen verteren, zorgen zelf voor een barrière in hun verteringsstelsel en geven patoghenen (ziekteverwekkers) geen kans.

Knagen aan het hok

Uw konijnenhok is waarschijnlijk deels gemaakt van vurenhout. Vurenhout is hout van een fijnspar. Als een konijn kon kiezen uit verschillende houtsoorten zou het niet snel aan hout van naaldbomen beginnen. Een konijn knaagt liever aan de bast van een wilg of aan hout van fruit- of notendragende bomen. Knaagt uw konijn aan het hok? Dan is dat een teken van een tekort aan structuur. En waarom eet een konijn dat onbeperkt toegang tot hooi heeft toch de verse knopen uit het stro op als het hok verschoond wordt?

Hooi als vezelbron

Levert hooi een konijn voldoende structuur? In 95% van de gevallen durf ik te stellen dat dat niet het geval is. Het meeste hooi is vaak niet meer dan een halfrijp gewas. Volledig volgroeit gras bevat gezette volledige vezel. Waarin ook – voor het konijn noodzakelijke – onverteerbare vezels zitten (lignine). Maar hooi betreft zelden een volgroeide grasplant waarin het graszaad is gekomen. Langstengelig volgroeid hooi levert een redelijke bijdrage in de vezelbehoefte, het levert echter ook een behoorlijk portie eiwit en dat werkt weer averechts voor een gunstige pH. Een deel van de eiwitten worden namelijk omgezet tot ammoniak (NH3), wat een basisch effect heeft (hogere pH). Het werkt het verzurende effect in de blindedarm dus deels tegen.

Stro

Stro als aanvulling op KonijnenkorrelsStro is altijd een product van goed onderhouden akkers, altijd van een volgroeide plant en in de regel van constante kwaliteit. Het is lager in voedingswaarde dan hooi en beïnvloedt daardoor de samenstelling van het totale rantsoen niet te sterk. Mijn voorkeur gaat uit naar het bijvoeren van stro naast een goede kwaliteit konijnenkorrels. Misschien is het weglaten van hooi nog een te rigoureuze stap voor u. Begin in dat geval met dagelijks wat vers stro bij te voeren om te voorzien in de structuurbehoefte. U helpt er uw konijnen mee.

Balans

Als we jonge konijnen hebben, willen we deze zien groeien en kan het ons soms niet snel genoeg gaan. Een snelle groei is prima zolang de konijnen maar voldoende vezels kunnen opnemen. Zorg ook dat de jongen mooi compact in de pels blijven. Bij een te extreme groei zal de pels vaak als een te ruime jas aanvoelen.
Bij een eiwitrijke korrel (groeivoer) en hooi (eiwitrijk) bestaat het risico dat er te weinig te fermenteren is in de blindedarm. Hiermee zijn de jongen bijzonder kwetsbaar voor darmgerelateerde ziekte omdat de zuurgraad te hoog is en de pathogenen in dat milieu goed gedijen. Het aanbieden van voldoende vezels en iets minder eiwit in het totale rantsoen heeft een positief effect op het voorkomen van darmgerelateerde ziekten zoals de dikke buiken zieken. Zowel meer vezels als iets minder eiwit stimuleren immers een lagere pH in de blindedarm.
Goed samengestelde Konijnenkorrels zijn niet compleet, maar ze hoeven wat mij betreft alleen nog maar met structuur te worden aangevuld. Bij het aanbieden van goede Konijnenkorrels en onbeperkt vers stro, kan een konijn op intuïtie perfect de balans zoeken en extra structuur opnemen indien nodig.

Succes met uw dieren!

VPKV