“Een muis op het aanrecht is sowieso foute boel!”
Wat weten we van knaagdieren en hoe willen we die bestrijden, als we ze in huis aantreffen? Sara Burt van de Universiteit Utrecht doet daar onderzoek naar.
Over welke knaagdieren hebben we het?
“Vooral over huismuizen en bruine en zwarte ratten. Dat zijn de knaagdieren die de meesten van ons weleens in huis tegenkomen. Eekhoorns zijn ook knaagdieren, maar daar hebben we zelden last van. En veldmuizen hinderen alleen boeren.”
Fase 1 van uw onderzoek is afgerond. Wat leverde dat zoal op?
“Daarin hebben we bekeken hoeveel last mensen daadwerkelijk hebben van allerlei dieren. De vliegende insecten scoorden het hoogst. 98 procent had er het afgelopen jaar een keer last van. Voor de knaagdieren was dat cijfer 60 procent, terwijl 10 procent er vaak last van heeft. Daar is nooit goed onderzoek naar gedaan.”
Wat moet ik me bij ‘last van knaagdieren’ voorstellen?
“Een muis op het aanrecht is per definitie niet hygiënisch. Het dier laat per dag 70 à 100 keutels vallen en lekt continu urine. Op die manier kunnen ze ziektes verspreiden. Bovendien, de naam zegt het al, hebben deze dieren de behoefte om te knagen. Dat kan ten koste gaan van vensterbanken of elektrische bedradingen. Een muis kan zelfs kortsluiting veroorzaken.”
Hoe komen ze binnen?
“Ze zijn op zoek naar voedsel, water en een warme plek. Muizen, met hun flexibele ribbenkast, hebben aan heel weinig ruimte genoeg. Een gaatje groter dan een halve centimeter bij ventilatierooster of onder een deur is voldoende. Als je ergens een potlood doorheen kunt steken, kan een muis er ook door.”
Wat helpt ertegen?
“Gaatjes dichtkitten, horren plaatsen, borstels onder de deuren, goed hang- en sluitwerk. Het is vooral een probleem van oudere huizen in stadscentra. En veel vuil en eten op straat trekken ook aan. Binnenhuis helpt al het eten goed opruimen en de koekjes in een metalen trommel bewaren.”
Een poes?
“Dat lijkt een goed idee, maar een poes komt alleen waar je zelf ook komt. Dus niet in een spouwmuur of in het plafond. Het is daarmee geen oplossing voor 100 procent.”
Wat gaat u in de tweede fase onderzoeken?
“Met een vragenlijst proberen we erachter te komen wat mensen weten over knaagdieren of ze de mogelijke preventieve maatregelen kennen en welke bestrijding ze acceptabel vinden; stopt het bij een klem of gebruiken ze ook gif? Ook dat is nooit uitgezocht.”
Met welk doel?
“Als we dat weten, kan er beleid op gemaakt worden. Particulieren mogen over een paar jaar geen gif meer gebruiken. De trend is dat alles milieuvriendelijker en duurzamer moet. Dus goede preventie wordt steeds belangrijker.”
Bron: Algemeen Dagblad
U kunt zelf ook de vragenlijst invullen door hier te klikken.